|
|


Ingrediënten voor 20 garnalenkroketten
300 gram gepelde Hollandse garnalen
250 ml visbouillon
1 (niet al te grote) sjalot
80 gram roomboter
100 gram bloem
250 gram volle melk op kamer temperatuur
2 eidooiers
3 gelatineblaadjes
Een paar takjes krulpeterselie
Het sap van een halve citroen
1 theelepel tabasco
Voor het paneren
3 eieren
150 gram panko

Versnipper de sjalot. Leg de gelatineblaadjes in een bakje (koud) water.
Smelt de boter in een pan met dikke bodem. Doe de sjalot in de pan en bak tot het begint te geuren. Voeg de bloem toe en roer tot er een zanderige massa ontstaat. Dit heet een roux. Bak de roux een minuut of 2 om hem te garen.
Meng de bouillon met de melk. Voeg een scheut van het bouillonmengsel toe aan de roux en roer tot deze is opgenomen. De rest van de bouillon voeg je in delen toe terwijl je blijft roeren. Als het goed is ontstaat er een dikke ragout. Laat de ragout een paar minuten doorkoken en haal het daarna van het vuur. Laat de ragout een paar minuten afkoelen.
Haal de gelatineblaadjes uit het water en knijp even uit. Roer de gelatine en de eidooiers door de ragout.
Hak de peterselie grof. Spatel de peterselie, het citroensap, de garnalen en de tabasco door de ragout.
Stort het garnalenmengsel in een ovenschaal en dek hem af. Laat het garnalenmengsel een nachtje in de koelkast staan om op te stijven.
Verdeel het garnalenmengsel in 20 stukken. Vorm elk stuk tot een kroketje.
Kluts de eieren los in een diep bord. Doe de panko in een ander bord. Haal een kroket eerst door het ei en vervolgens door de panko. Herhaal dit nog een keer.
Verhit de olie in een pan met dikke bodem tot 180 graden of gebruik een frituurpan. Frituur de garnalenkroketjes in 3 tot 5 minuten goudbruin en krokant. Laat even uitlekken op een stukje keukenpapier.
Serveer met zelfgemaakte cocktailsaus. Lekker met een drupje tabasco door de saus voor een spicy touch.

