|
|
Erwtensoep. Snert. Soep waar je lepel in blijft staan. You name it. Ik vind het héérlijk! En de dreumes ook, want Sophie heeft gister een heel bakje leeggegeten. Ik had natuurlijk wel de worst even in kleine stukjes gesneden. Eens in de zoveel tijd krijg ik een “erwtensoepaanval”. Meestal is dat als het koud en guur en/of regenachtig weer is. Ik kan de hele dag dan alleen maar aan erwtensoep denken. Afgelopen weekend was het weer zover en heb ik een grote pan klaargemaakt. Wist je dat het erg makkelijk is omzelf erwtensoep klaar te maken is? En het is zoveel lekkerder dan de kant-en-klare versie. En maak je net als ik een grote pan tegelijk, dan kun je wat over is in de vriezer doen. Hoef je alleen nog maar te ontdooien en op tewarmen als je een erwtensoepaanval krijgt.
Ingrediënten zelf erwtensoep maken voor 4 personen
500 gram spliterwten
1 prei
Een halve knolselderij
1 winterpeen
2 schouderkarbonades
125 gram spekreepjes
1 rookworst
2 laurierbladeren
2 blokjes groentebouillon
Een paar takjes (blad)selderij
Peper en zout
Snijd de winterpeen, knolselderij en prei in stukjes. Hak de selderij grof.
Smelt de boter in een grote pan. Voeg de spekreepjes en de karbonades toe en bak tot ze bruin zien.
Giet een liter water in de pan en breng aan de kook. Schep met een schuimspaan het schuim van de soep.
Giet de spliterwten in de pan en zet het vuur laag. Voeg een liter water, de knolselderij, de winterpeen, de prei, de laurier, de selderij en een flinke snuf peper toe. Laat de soep 2 uur pruttelen.
Vis de schouderkarbonade en de laurier uit de soep. Verwijder het bot en snijd het vlees in stukjes. Doe de stukjes karbonade terug in de pan.
Snijd de rookworst in plakjes en doe bij de soep. Kook de rookworst een kwartier mee met de soep.
Serveer de soep met (rogge)brood.
